Thorium reactor

In plaats van brandstofstaven te gebruiken, werken gesmolten-zoutreactoren door thorium op te lossen in vloeibaar fluoridezout alvorens het in de reactorkamer te sturen bij temperaturen van meer dan 600 graden Celsius.

Bij een bombardement met hoogenergetische neutronen veranderen thoriumatomen in uranium-233, een isotoop van uranium dat zich vervolgens kan splitsen, waarbij energie en nog meer neutronen vrijkomen via een proces dat kernsplijting wordt genoemd. Dit brengt een kettingreactie op gang, waarbij warmte vrijkomt in het thorium-zoutmengsel, dat vervolgens door warmtewisselaar wordt gestuurd waar de overtollige energie wordt onttrokken en omgezet in elektriciteit.

Thoriumreactoren hebben het voordeel dat thorium overvloedig op aarde is. Traditioneel kernafval moet worden opgeslagen in loden containers, geïsoleerd in beveiligde faciliteiten en onderworpen aan strenge controles om ervoor te zorgen dat het niet in verkeerde handen valt.
De belangrijkste bijproducten van een thoriumkernreactie daarentegen zijn uranium-233, dat kan worden gerecycleerd in andere reacties, en een aantal andere bijproducten met een gemiddelde "halveringstijd" (de tijd die nodig is om de helft van de radioactieve atomen van een stof te laten vervallen tot een niet-radioactieve toestand) van slechts 500 jaar.